woensdag 12 december 2012

Concertrecensie | Balthazar @ Tivoli Oudegracht, Utrecht

Na een originele debuutplaat is Balthazar terug met een nieuw album. De Vlaamse heren en dame zijn op tour met een missie: Nederland veroveren. Tivoli De Helling bleek al snel een te kleine zaal te zijn, dus werd het concert verplaatst naar Tivoli Oudegracht. Een verstandig besluit, zo blijkt.

Tijdens het voorprogramma begint de zaal behoorlijk vol te lopen. De eveneens Vlaamse band Bed Rugs is een goed gekozen voorbereiding op het hoofdprogramma. De vierkoppige band produceert een vol geluid met hypnotiserende gitaarlijnen en meerstemmige zang. Ze spelen met een invallende gitarist, omdat hun eigen gitarist met een meervoudig gebroken enkel op de bank zit. Credits voor deze oplossing, maar het geheel klinkt soms wat slordig. Desalniettemin is het een interessante band met een mooi geluid.

De uitstekende concertrecensies van Balthazar in onder andere Parijs, Eindhoven en Nijmegen hebben veel mensen naar de zaal getrokken: Tivoli Oudegracht is strak uitverkocht. De set gaat van start met een viertal nummers van Applause, die direct goed in de smaak vallen. Bas en drums dreunen zwaar door en worden perfect aangevuld door toetsen, gitaar, viool en vooral prachtige meerstemmige zang. De nummers van Rats zijn wat rustiger, maar vormen live een perfecte balans met het oudere werk. Tijdens ‘Sides’, het rustigste nummer van de set, is goed te horen dat een deel van het publiek rumoerig is. Een indrukwekkende versie van ‘Fifteen Floors’ laat echter zelfs deze mensen zwijgen.

De set bevat veel afwisseling. Dit komt door het verschil tussen beide albums, maar ook door de twee frontmannen die beiden met gemak nummers kunnen dragen. Jinte Deprez heeft een warm stemgeluid, terwijl bij Maarten Devoldere de woorden nonchalant uit zijn mond lijken te rollen.

Met ‘Any Suggestion’ als eerste toegift en de op elkaar aansluitende nummers ‘Intro’ en ‘Blood Like Wine’ als tweede toegift komt er een indrukwekkend einde aan het concert. Met in de lucht geheven glazen en armen zingt het publiek mee met het a capella gezongen “Raise your glass to the nighttime and the ways, to choose a mood and have it replaced”.

Enig smetje op de avond is dat iedereen met piepende oren en klepperende trommelvliezen naar huis gaat. Maar Nederland veroveren, dat gaat Balthazar op deze manier met gemak lukken.

Setlist:
  • ‘The Boatman’
  • ‘Morning’
  • ‘I’ll Stay Here’
  • ‘Blues For Rosann’
  • ‘The Man Who Owns Place’
  • ‘The Oldest Of Sisters’
  • ‘Sinking Ship’
  • ‘Sides’
  • ‘Lion’s Mouth (Daniel)’
  • ‘Listen Up’
  • ‘Fifteen Floors’
  • ‘Later’
  • ‘Do Not Claim Them Anymore’
Eerste toegift:
  • ‘Any Suggestion’
Tweede toegift:
  • ‘Intro’
  • ‘Blood Like Wine’

donderdag 8 november 2012

Concertrecensie | The Heavy @ Melkweg, Amsterdam

Soul, hiphop, rock en soms zelfs reggae mixen tot één stijl? The Heavy heeft al op drie albums laten horen daar geen problemen mee te hebben. Zonder van de hak op de tak te springen maakt de band zijn eigen mengelmoes van genres. De Britten starten hun tour over het Europese vasteland in de Amsterdamse Melkweg.

Het voorprogramma is in handen van Elle King. Deze 23-jarige Amerikaanse maakt rockmuziek met flinke countryinvloeden. Al snel blijkt dat we hier te maken hebben met een pittige tante. Een ongestemde gitaar zorgt voor zichtbare frustratie en als later ook haar banjo niet goed afgesteld is, volgt er een flinke scheldkanonnade. Ze haalt met een nummer uit naar een Europese “asshole” die haar slecht behandeld heeft en waarschuwt dat het kan gebeuren dat ze haar banjo wegsmijt tijdens het nummer. King’s stem lijkt gemaakt te zijn voor de country: haar raspende en volwassen geluid maakt veel indruk. Van deze dame gaan we meer horen.

The Heavy start wat later dan de planning was, maar dat is de band al snel vergeven. De charismatische zanger Kelvin Selby zorgt er namelijk persoonlijk voor dat iedereen vanaf de eerste minuut een feestje bouwt. Zelden pakt een zanger het publiek zo in dat zelfs het balkon van de Oude Zaal op zijn grondvesten trilt. De overige zes leden van de band, inclusief blazers, staan in dienst van Selby en bespelen hun instrumenten ingetogen. Selby danst en springt het hele optreden over het podium met de microfoon in zijn hand.

Niet alle nummers zitten even ingenieus in elkaar, maar het meezinggehalte is hoog. Selby maakt de show interactief door het publiek bij bijna elk nummer te betrekken. Zo echoot iedereen het refrein van ‘What Makes a Good Man’, huilt als een wolf bij ‘The Big Bad Wolf’ en schreeuwt “Don’t say nothing” als Selby “Got nothing to say?” zingt tijdens ‘Say Nothing’. De bezoekers luisteren als gehoorzame schapen en Selby’s enthousiasme tovert een glimlach op ieders gezicht. De nummers van het nieuwe album The Glorious Dead vallen dus in de smaak, maar ook oude knallers als ‘Ain’t No Place for a Hero’ blijven het goed doen.

Na een daverend applaus, gestamp en een luid “we want more” verschijnt de band op het podium voor een toegift. Tijdens ‘Girl’, opmerkelijk genoeg één van de weinige nummers van de debuutplaat Great Vengeance and Furious Fire, improviseert Selby erop los en past de tekst toe op de dames in het publiek. Het gevolg is dat hij, naar eigen zeggen, voor het eerst zijn tekst vergeet. Daarna volgt de logische afsluiter ‘How You Like Me Now’ en komt er een einde aan een korte, maar explosieve show. The Heavy maakt in een klein anderhalf uur duidelijk dat ze een briljante liveact is en dat haar muziek op deze manier beter uit de verf komt dan op plaat.

Bron: ROAR E-Zine

maandag 24 september 2012

Concertrecensie | DeWolff @ Tivoli Oudegracht, Utrecht

DeWolff is de afgelopen jaren hard gegroeid. Waar vier jaar geleden bijna niemand de jonge rockers uit Limburg kende, beginnen ze hun nieuwe tour in een bijna uitverkocht Tivoli Oudegracht. Voordat de jongens het podium betreden mag The La La Lies het publiek opwarmen. De band is geïnspireerd door de jaren zestig en zeventig en is daarmee een perfect gekozen voorprogramma op DeWolff. Qua kwaliteit zit het wel goed en het is niet gek dat ze uitgeroepen zijn tot Serious Talent van 3FM. Het is alleen jammer dat de stem van de zanger soms te weinig volume heeft om boven de muziek uit te komen.

Er is een divers publiek op het optreden afgekomen. Dat de band bestaat uit drie jongemannen trekt jongere bezoekers, terwijl oudere bezoekers opgegroeid zijn met hun inspiratiebronnen. DeWolff is niet vies van verwijzingen naar de psychedelische muziek van bands als Led Zeppelin en Pink Floyd. De jongens hebben het publiek direct op hun hand. Tijdens ‘Yellow Rat Magic Blues’ beginnen mensen uit zichzelf te klappen, zingen mee na slechts een kleine hint en zijn na een flink applaus met een enkel stiltegebaar weer stil te krijgen, zodat zanger en gitarist Pablo van de Poel zich uit kan leven op een flinke gitaarsolo. 

Solo’s zijn er genoeg tijdens het optreden. De nadruk verspringt regelmatig van Pablo naar toetsenist/bassist Robin Piso en drummer Luka van der Poel, alle drie uitstekende muzikanten. De band vervalt gelukkig niet in ellelange solo’s, maar wisselt langgerekte nummers af met nummers van normale lengte. Ondanks dat neemt in de tweede helft van de set het geroezemoes in de zaal wat meer toe en lijkt de aandacht bij sommigen te verslappen. 

Oude knallers als ‘Don’t You Go up the Sky’ en ‘The Pistol’ schudden de mensen echter weer wakker. Het materiaal van het laatste album DeWolff IV doet het goed live, maar toch zijn het de oudere nummers die de meeste sfeer maken. Dat blijkt ook uit de keuze van de band om af te sluiten met het vier jaar oude ‘Gold and Seaweed’. 

Waar de meeste bands ongeveer anderhalf uur vullen met zestien nummers houden de jongens van DeWolff het gerust meer dan twee uur vol. Ondanks de dip in het midden van de set zullen de meeste bezoekers met een voldaan gevoel naar huis gaan. De band heeft laten zien dat hun groeiende populariteit niet voor niets is en kan derhalve de grootste zaal van Tivoli prima aan. Een goed begin van de nieuwe tour.

Bron: ROAR E-Zine

Concertrecensie | Japandroids @ Paradiso, Amsterdam

Iedereen kent wel een aantal muzikale duo’s: The White Stripes, Blood Red Shoes, Black Box Revelation, enzovoort. De naam Japandroids doet echter bij weinig mensen een belletje rinkelen. De band staat aan het begin van de avond geprogrammeerd in de kleine zaal van Paradiso, die toch bijna uitverkocht is.

De band bestaat uit gitarist/zanger Brian King en drummer/zanger David Prowse. De mannen maken samen genoeg herrie voor een complete band. Ze zijn niet de beste muzikanten en niet alle noten zijn zuiver, maar hun energie maakt veel goed. De zanger staat geen moment stil en zijn enthousiasme werkt aanstekelijk. Ondanks het vroege tijdstip gaan de fans voorin flink uit hun dak. De rest van het publiek blijft tammer. Als de show later geprogrammeerd was, had de hele zaal waarschijnlijk op zijn kop gestaan. 

King vertelt aan het begin van de show dat ze slechts een uur mogen spelen en dat hij daarom de rest van de show zijn mond zal houden. De band wil de volle tijd gebruiken om te rocken. Na een aantal nummers houdt King de stilte niet meer vol. Hij vertelt dat ze na hun vorige show in Paradiso commentaar kregen dat ze te weinig oude nummers speelden. Speciaal voor die mensen spelen ze vandaag behoorlijk wat ouder werk. Er blijken veel fans van het eerste uur aanwezig te zijn, want alles wordt volop meegezongen. 

Ondanks de korte concertduur krijgt de band het voor elkaar om het hele nieuwe album Celebration Rock en de helft van het oudere album Post-Nothing te spelen. Ze razen zo snel door de setlist dat ze zelfs tijd hebben voor een extra nummer, het rustigere ‘Continuous Thunder’. Het woord rustiger veroorzaakt boegeroep in de zaal. Dit maakt geen indruk op de band: de zanger lacht het weg met de opmerking dat ze heus weleens eerder boegeroep hebben gehoord. Zijn charisma zorgt voor een goede sfeer. Het is jammer dat hij niet meer tijd heeft voor zijn praatjes. 

Lichamelijk gezien is het misschien maar beter dat de set niet zo lang duurt. Qua energie zouden ze het waarschijnlijk niet langer volhouden, want ze spelen alsof het hun laatste show ooit is. Afsluiter ‘For the Love of Ivy’ (The Gun Club-cover) is een geweldige knaller, waarin beide bandleden hun overgebleven restjes energie eruit gooien. Er komt zelfs nog een riff van AC/DC’s ‘Thunderstruck’ langs. Telkens als het publiek denkt dat het nummer afgelopen is en het eindapplaus in wil zetten beginnen de mannen weer. Een perfecte afsluiter voor een uur durende energiebom.

Bron: ROAR E-Zine